De duurste skigebieden van Europa – skiën met een lege portemonnee maar een volle ervaring

Skiën is al een sport waarbij je bankrekening zich afvraagt wat je in vredesnaam aan het doen bent. Skipassen die je per dag meer kosten dan een all-in resort in Turkije, biertjes die je alleen nog in halve liters kunt bestellen omdat anders de pijn te groot is… Maar sommige plekken in de Alpen doen daar nog een flinke schep bovenop. Daar wordt je portemonnee niet alleen licht, maar krijgt ze spontaan hoogtevrees. Toch moet je eerlijk zijn: het heeft ook wat. Want zeg nou zelf, wie wil er niet een keer skiën op dezelfde berg als een filmster, prins of multimiljonair? En als je het goed aanpakt, kun je er stiekem toch een beetje van proeven zonder meteen je huis te hoeven verkopen.

St. Moritz – Zwitsers goud in je cappuccino

Welkom in St. Moritz, de plek waar je cappuccino soms letterlijk met goudpoeder geserveerd wordt. Je kijkt hier niet vreemd op als er een Ferrari naast de gondel staat geparkeerd, of als je buurman in de lift toevallig een sjeik blijkt. Het dorp ademt exclusiviteit: van de hotels waar zelfs je kussen een streepje ‘Haute Couture’ lijkt te dragen, tot de pistes die zo perfect zijn dat je je bijna schuldig voelt als je eroverheen skiet. En ja, de rekening op het terras doet pijn – maar eerlijk is eerlijk, die pijn wordt een stuk draaglijker met uitzicht op de Engadin-vallei.

Courchevel – waar de skilift naar Chanel ruikt

Courchevel is het kroonjuweel van Les Trois Vallées en waarschijnlijk het enige skigebied waar je na de pistes nog even een rondje Hermès, Louis Vuitton en Chanel kunt doen. Niet dat je iets koopt natuurlijk – behalve misschien een sleutelhanger – maar je voelt je wel eventjes onderdeel van de jetset. Op de pistes zelf is het genieten: eindeloze kilometers, perfect geprepareerd en afgewisseld met hutten waar de wijnkaart dikker is dan je skipas. Het contrast is groot: terwijl jij een simpele tartiflette bestelt, tikt je buurman een fles Dom Pérignon aan om de lunch door te spoelen. Ach ja, ieder z’n stijl.

Zermatt – Matterhorn, magic & megarekening

Skiën in Zermatt is alsof je een ansichtkaart bent binnengewandeld. Het uitzicht op de Matterhorn is zo fotogeniek dat je bijna vergeet dat je er ook nog gewoon kunt skiën. En dat skiën is top: gletsjers, lange afdalingen en verbindingen tot in Italië. Maar dat uitzicht betaal je dus wel. Voor de prijs van een pizza in Zermatt heb je in Oostenrijk een driegangenmenu met schnitzel, apfelstrudel én halve liter bier. Toch moet je dit een keer meemaken, al is het maar om te kunnen zeggen: ‘Oh ja, in Zermatt heb ik ooit…’.

Lech – après-ski op stand

Lech is charmant, Oostenrijks én chic. Hier drink je geen halve liters bier in een huttenspektakel, maar nippend uit een mooi glas wijn of een Aperol Spritz. En geloof me, als je hier een avondje gaat après-skiën, is de kans groot dat je naast een prins, een CEO of een bekende Duitser staat te swingen. Maar vergis je niet: naast de glamour heeft Lech ook gewoon fantastische pistes en een charmant dorpse sfeer. Het is een plek waar luxe en traditie elkaar ontmoeten. Je kunt het zo duur maken als je zelf wilt… maar goedkoop wordt het nooit.

Verbier – champagne en freeriders

Verbier is misschien wel het coolste van dit lijstje. Hier vind je freeriders die net zo soepel door de poeder vliegen als jij door je salaris. Het dorp barst van de sfeer, de après-ski is bruisend (letterlijk: champagne vloeit rijkelijk) en de pistes zijn uitdagend en divers. Het prijskaartje? Ja, daar kun je niet omheen. Zelfs een tosti kost hier bijna een dagsalaris, maar goed – dan eet je hem wel met uitzicht op Mont Fort en in gezelschap van mensen die hun ski-outfit waarschijnlijk meer kostte dan jouw hele uitrusting.

Pijnlijk duur, stiekem fantastisch

De eerlijkheid gebiedt te zeggen: ja, deze gebieden zijn krankzinnig duur. Je kunt je vakantie drie keer zo lang rekken in Tsjechië of Slovenië voor hetzelfde bedrag. Maar… er is ook iets bijzonders aan deze plekken. Het is de mix van historie, luxe en sfeer die maakt dat je het ooit een keer gedaan moet hebben. En geloof me, ook als ‘gewone sterveling’ kun je er een topdag hebben. Boek gewoon een pensionnetje in een buurdorp, neem de bus en trakteer jezelf één keer op dat gouden cappuccino-moment. Want uiteindelijk herinner je je niet de rekening, maar dat gevoel van skiën in de Champions League van de Alpen.

‍